Was en dep de rosbief, bak aan alle kanten in olijfolie. Breng het vlees vervolgens op smaak met zout, peper en mosterd, haal het uit de pan en houd het warm. Hak de groenten fijn en voeg de uien, wortelen, knoflook, honing en dergelijke toe aan het druipvet.
Stoof de tomatenpuree goed. Voeg het vlees opnieuw toe, vul aan met rode wijn en runderbouillon. Daarbij komen de laurierblaadjes en de jeneverbessen. Laat het vlees in een afgedekte pan op middelhoog vuur ongeveer 2 uur sudderen, af en toe draaien.
Maak de sla schoon, was, droog en pluk hem in hapklare stukjes. Was de tomaten en halveer ze. Meng voor de vinaigrette de overige ingrediënten met een beetje suiker. Besprenkel de salade er pas op het einde mee.
Was, schil, hak en kook de aardappelen. Laat iets afkoelen en pureer ze. Breng op smaak met zout, boter en nootmuskaat. Werk de eidooiers en de maïzena erdoor. Vorm kleine of grote knödel met bloem bestoven of vochtige handen. Kook een voorbeeld van een knoedel in kokend water om te zien of deze goed blijft. Voeg eventueel wat maïzena toe als de knoedel te zacht is. Als de testknoedel klopt, kunnen de resterende knoedels worden gekookt.
Als het vlees gaar is, haal de rosbief uit de pan, wikkel het in aluminiumfolie en laat het even rusten. Verwijder laurierblaadjes en jeneverbessen.
Meng voor de saus de rest en breng op smaak. Snijd het vlees in plakjes en laat het weer trekken in de saus. Serveer op voorverwarmde borden.
Tip: Bij het stoven mag de vloeistof in de pan slechts licht koken, d.w.z. de temperatuur in het gebraad komt niet boven de 70 graden (kan eenvoudig worden gecontroleerd met een vleesthermometer) zodat het bindweefsel in het vlees zacht wordt. Als de hitte toeneemt, krimpt het vlees en wordt het taai.