Week de römertopf voor gebruik ongeveer 20 minuten in water.
Laat voor de vulling de kastanjes 5-6 minuten zachtjes in licht gezouten water sudderen, laat ze uitlekken en pureer ze grof met een vork. Hak de koriander en de steeltjes grof, snijd de olijven in vieren. Snijd de appel eerst in achten en daarna in dunne plakjes. Besprenkel met citroensap. Meng alles goed en breng op smaak met peper en zout.
Was de kip van binnen en van buiten onder koud stromend water. Dep ze droog met keukenpapier. Giet de vulling erin en sluit de opening af met tandenstokers. Wrijf de kip in met 1 eetlepel sojasaus en leg de borst in de uitgelekte Romeinse pan. Dek af en plaats in de koude oven en zet de temperatuur op 220 ° C. Laat 30 minuten koken.
Hak voor de saus de bonenkruid fijn en meng met de overgebleven sojasaus, oestersaus, korianderpoeder, peper en Marsala. Open de Römertopf, draai de kip om, giet de saus erover en kook de kip afgedekt nog eens 45 minuten.
Verwijder het deksel van de Romeinse pan en rooster de kip nog ongeveer 15 minuten zonder.
Roer de crème fraîche door de saus, breng de saus op smaak met peper en zout en serveer bij de kip.